282 27 FEBRUARI 1931 houders vernemen, wat de eigenlijke de reden tot wijziging der verordening is. Toch niet, dat de Directeur dit zoo gaarne wil De VOORZITTER wenscht den heer Haaiman geluk met het feit, dat zijn voorspelling met betrekking tot het verhuren der vriesruimten is uitgekomen. Dit neemt echter niet weg, dat naar de meening van het College de post toch op de begrooting gehandhaafd zal moeten worden. Er is geklaagd over het niet voldoende soepel optreden van den Directeur. Maar, wie klagen in den regel het luidst Dat zijn zij, die het strengst geregeerd moeten worden. Het is toch in de eerste plaats noodig, dat de Directeur de baas blijft op het Slachthuis. De bedoelde oneffenheden hebben zich voorgedaan ten opzichte van slagers uit de niet- aangesloten buitengemeenten, outsiders dus. De door den heer Ha al man gewraakte toegangsbewijzen komen Spr. zeer voldoende voor. De handelaren behooren niet thuis bij of in de koelcellen die ruimten leenen zich daar ook niet voor. Ieder, die het Slachthuis gezien heeft, zal dit moeten toegeven. Later als de toestand stabiel is ge worden, kan men misschien nog overwegen, de toegangsbe wijzen wat ruimer te stellen. Van klachten van de zijde der slagers is bij Burgemeester en Wethouders niets be kend blijkbaar hebben ze zich dus alleen tot de heeren Haaiman en Cohen gewend. Aangaande de sleutelkwestie wil Spr. nog opmerken, dat in een rapport van verhuurders en huurders van cellen, ook de laatsten hebben verklaard, dat de Directeur een sleutel behoort te hebben. Er is dus geen reden voor ongerustheid op dit punt. Integendeel, de Directie doet alles om de samenwerking met de gebruikers zoo goed mogelijk te doen zijn. Zoo werkt bijv. de door toedoen van de Directie op gerichte slagerscoöperatie uitstekend. Men heeft vanuit andere gemeenten daarover reeds informaties ingewonnen. Het verwijt, betreffende de niet-toetreding van Ginneken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 282