286
27 FEBRUARI 1931.
van Burgemeester en Wethouders, betreffende
wijziging van art. 25 der verordening op het
gebruik van het Openbaar Slachthuis, hetwelk
wordt aangenomen met 15 tegen 6 stemmen.
Voor: de heeren Brantjes, Broos, Cerutti, Van
Buitenen, Esbach, Van Mierlo, Van der Ven,
Van de Ven, Kroone, Kuylaars, Zijlmans, Schrau-
wen, Elich, Van Noort en Van Oosterum.
Tegen: de heeren Haaiman, Gruys, Meyvis, Van
Houten, Cohen en Van Bedaf.
De begrooting van het bedrijf „Vleeschkeu-
ringsdienst-Openbaar Slachthuis" wordt hierop
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Veemarkt.
De heer HAALMAN heeft zich, evenals vorige jaren,
afgevraagd, moeten wij de Veemarkt laten voortbestaan, ja
of neen? De cijfers in aanmerking nemende, acht Spr. den
toestand verre van rooskleurigeerder zou hij geneigd zijn,
te zeggen, dat de Veemarkt groeit in de richting van een
koeiestaart. Bij de oprichting in 1926 rekende men op een
gemiddelden aanvoer per week van 100 runderen, 20 stuks
kleinvee, 10 paarden, 60 varkens en 300 biggen. Van jaar
tot jaar heeft de aanvoer echter steeds minder bedragen.
Spr. heeft daarop reeds eerder de aandacht van den Raad
gevestigd, doch telkens heeft men hem geantwoord„Als
het Slachthuis er is, zal het wel beter gaan." Spr. heeft dit
altijd bestreden, maar ieder zal nu moeten toegeven, dat de
cijfers hem in het gelijk stellen. Burgemeester en Wethou
ders koesteren trouwens ook al niet meer de hooge ver
wachtingen van 1926; zij ramen den aanvoer voor 1931