27 FEBRUARI 1931. 287 3 nog slechts op 3000 runderen, 320 paarden, 4000 varkens, en 8400 biggen. Welken invloed heeft nu de opening van het Slachthuis op de aanvoercijfers gehad Dit blijkt duidelijk uit de wekelijksche staatjes. Spr. leest deze staatjes voor, en wijst erop, dat vooral het aantal varkens sedert het bestaan van het Slachthuis sterk is achteruitgegaanhet aantal runderen, kalveren en biggen is echter ook opvallend verminderd. Met deze cijfers voor oogen acht Spr. de vraag, of het bedrijf moet blijven voortbestaan, niet moeilijk meer te beantwoorden. Jaarlijks moet de Gemeente op de exploi tatie al f 8500,— toeleggen, welk bedrag door geringeren aanvoer zal groeien tot ongeveer f 10.000, Een zoo groote improductieve uitgave acht Spr. niet te verantwoorden. Een tweede bezwaar van Spr. geldt de wederom dit jaar te houden Paaschveetentoonstelling. Vorig jaar heeft die een groot verlies opgeleverd. Moet er ook dit jaar weer een f 1000,— op toegelegd worden? Spr. betreurt het, dat Burgemeester en Wethouders zoo onvolledig hebben geantwoord op zijn vraag in het Centraal Rapport en daarbij geen cijfers hebben overgelegd. Willen Burgemeester en Wethouders die alsnog verstrekken, ten einde den Raad in de gelegenheid te stellen, een juist oordeel over de Paaschveetentoonstellingen te vormen? Spr. heeft vernomen, dat de meeningen der deskundigen op het gebied der tentoonstelling verdeeld zijnde Veemarktcommissie is er vóór, de Directeur ertegen. Spr. stelt voor, de tentoonstel ling van Paaschvee op te heffen, omdat nu wel afdoende gebleken is, dat er geen belangstelling voor bestaatzelfs de uitgebreide reclamecampagne van het vorig jaar heeft geen doel gehad. Met een voorstel tot opheffing van de Veemarkt zal Spr. dit jaar nog niet komen. Het is mogelijk, dat ook hier de slechte tijdsomstandigheden den gang van zaken ongunstig beïnvloeden, zoodat Spr. meent, dat men dit nog eens een jaar zal kunnen aanzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 287