27 FEBRUARI 1931. 289 de geheele burgerij. Ook het verband tusschen Veemarkt en Slachthuis mag men niet vergeten. Met de Veemarktcommissie, welke is samengesteld uit vertegenwoordigers van slagers, boeren en handelaren, is Spr. dan ook van oordeel, dat behoud van de Veemarkt een algemeen belang voor deze Gemeente is. Spr. wenscht zijn medeleden dan ook ernstig in overweging te geven, niet in te gaan op het dwaze denkbeeld, de markt op te heffen, doch in tegendeel uitdrukkelijk den wensch uit te spreken, dat de Veemarktcommissie, in overleg met de Directie van het bedrijf, alle maatregelen, waaronder ook bedoeld meer reclame, zal treffen, om de Veemarkt tot grooteren bloei te brengen. Aangaande de Paaschveetentoonstelling, waarover de heer Haaiman ook heeft gesproken, herinnert Spr. eraan, dat het vorig jaar door omstandigheden, o.a. ziekte van den Directeur, de voorbereiding te laat werd ter hand genomen. Van de zijde der boeren en slagers is er toen echter op aangedrongen, de tentoonstelling toch vooral te doen door gaan. Hieruit en uit het feit, dat de tentoonstelling ondanks minder intensieve voorbereiding toch behoorlijk is geslaagd, mag men concludeeren, dat het voor velen een belangrijke dag is. Opheffing van de tentoonstelling acht Spr. schade lijk èn voor Breda èn voor den Belcrumpolder. De heer VAN NOORT zou den heer Haaiman willen toeroepen, hetgeen deze zelf zoo vaak heeft gezegd „De aanhouder wint De verminderde aanvoer is hoogstwaar schijnlijk alleen te wijten aan de zeer ongunstige tijdsomstan digheden het vleesch heeft weinig waarde, dus is er ook weinig handel. Spr. raadt aan, meer reclame voor de Vee markt te maken dan tot nu toe is gedaan. In dit verband mag wel eens gewezen worden op de reclame van andere gemeenten voor hun markten, 's Hertogenbosch bijv. heeft op alle stations reclame-platen hangen voor zijn veemarkt. Wie zooals Spr. de veemarkt van Den Bosch vroeger heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 289