290 27 FEBRUARI 1931. gekend, weet, dat er de laatste jaren een groote vooruitgang heeft plaats gehad. Ook voor de Bredasche markt zal naar Spr.'s overtuiging een doelmatige reclame veel nut hebben. De VOORZITTER heeft met genoegen de uitstekende verdediging der markt van den heer Ku ij la ars gehoord; hij behoeft daar niet veel aan toe te voegen. Inderdaad zijn de tijdsomstandigheden ongunstig. Juist nu moet men wa ken voor een overijld besluit. De heer Haaiman beziet deze zaak wel van den kleinen kant, door alleen te letten op de belangen in engen kring. In ruimeren zin beschouwd, zal ieder moeten toegeven, dat het van groot belang voor de stad en voor den Belcrumpolder is, het eenmaal gevorm de handelscentrum te bewaren en te versterken. Voor de oprichting van de Veemarkt is een zekere durf noodig ge weest, welnu, men mag den moed niet reeds thans laten zakken men doet het best, zich voor oogen te houden, dat de markt slechts langzaam zal kunnen groeien. Het oude spreekwoord „De cost gaet voor de baet uit" is ook hier van toepassing. Overigens schrikken de cijfers niet zoo af, als de heer Haaiman het doet voorkomen. Het nadeelig saldo wordt geraamd op f 7450. dat is dus nog lang geen f 10.000.-. De heer Haaiman heeft zich beklaagd, dat hem niet de gegevens zijn verstrekt, waarom hij in de afdeeling had ge vraagd. De schuld hiervan moet niet worden gezocht bij Burgemeester en Wethouders, doch bij de Commissie van Rapporteurs, die de vraag blijkbaar niet goed in het Cen traal Rapport overnam. Spr. zegt toe, dat nadere gegevens, waaronder een grafische voorstelling van den aanvoer, binnen zeer korten tijd zullen worden overgelegd. Het voorstel tot afschaffing van de Paaschveetentoonstel- ling heeft geenszins Spr.'s instemming. Met het oog op de kosten heeft de Directeur aanvankelijk voorgesteld, dit jaar eens over te slaan, doch de Veemarktcommissie achtte het beter, de tentoonstelling te doen doorgaan, omdat van vele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 290