27 FEBRUARI 1931. 291 kanten daarop was aangedrongen. De Directeur heeft dit met genoegen gehoord en verklaarde zich onmiddellijk be reid, wederom de voorbereiding ter hand te nemen. De heer HAALMAN maakt den Raad opmerkzaam op het feit, dat het verslag van de Veemarkt over 1929 nog niet is verschenen. Dit vindt Spr. toch wel wat al te gek. Het te combineeren met het verslag over 1930, zooals Bur gemeester en Wethouders hebben beloofd, komt hem on- gewenscht voor. Het verslag behoort op tijd gereed te zijn. Het antwoord, dat Spr. van den Voorzitter ontving aan gaande het volledig weergeven van zijn vraag in het Centraal Rapport, acht Spr. zeer kleingeestig. Uit dat rapport blijkt voldoende, dat het de bedoeling was, cijfers te vernemen. De toezegging, dat alsnog nadere gegevens zullen volgen, heeft weinig waarde, omdat ze na de behandeling der be grooting zullen komen, terwijl Spr. ze juist daarvóór had gewenscht. De Voorzitter heeft opgemerkt, dat het verlies dit jaar geraamd is op f7450. Zeer zeker, maar dit cijfer is ge baseerd op een aanvoer van gemiddeld 75 varkens per week. Naar Spr.'s overtuiging zal dit aantal echter lang niet wor den bereikt. Reeds nu zijn er Maandagen, dat er geen enkel varken aan de markt wordt gebracht. Het is dan ook niet te pessimistisch, als Spr. het verlies voor dit jaar hoo- ger schat dan f 7450.—. Spr. stelt voor, de Paaschveetentoonstelling af te schaffen en in verband daarmede post 9 der lasten (reclame) te ver lagen met f 1000. De VOORZITTER zegt aanneming van dit voorstel te moeten ontraden. Zelfs als de Raad geen tentoonstelling wenscht is het nog noodig, het bedrag van f 2500.op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 291