27 FEBRUARI 1931. 293 Wethouder VAN BUITENEN zet uiteen, dat de cijfers niet geheel fictief zijn. Burgemeester en Wethouders heb ben het bedrag geraamd in overeenstemming met in vorige jaren opgedane ervaringen. Een memoriepost te stellen, zooals de heer Haaiman wenscht, is niet juist, aangezien men deze kan opvatten als een blanco-crediet aan Burge meester en Wethouders. Het cijfer f 50.000.— heeft hier niet zoozeer het karakter van raming, doch kan beter wor den beschouwd als een limiet voor uitgaaf, welke zonder speciale machtiging van den Raad niet door het College zal mogen worden overschreden. De heer HAALMAN kan zich na deze toelichting met de geraamde posten vereenigen. De begrooting van het Grondbedrijf wordt hier op zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De VOORZITTER stelt thans aan de orde de artikelsge- wijze behandeling van de gemeentebegrooting voor het jaar 1931. Gemeentebegrooting. (Gewone Dienst.) Hoofdstuk I, Vroegere Diensten. Wordt zonder eenige bedenking aangenomen. Hoofdstuk II, Algemeen "Beheer. De heer VAN DE VEN heeft in het Centraal Rapport

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 293