27 FEBRUARI 1931.
297
Volgnummer 342. Onderhouden en schoonhouden van het
gebouw of vertrek, bestemd voor de vergaderingen van den
Raad enz.
De heer MEIJVIS herinnert er aan, meermalen te hebben
verzocht om op de publieke tribune banken te plaatsen.
De VOORZITTER zegt toe, dat door den Directeur van
Openbare Werken een onderzoek zal worden ingesteld naar
de mogelijkheid van het maken van zitplaatsen op de tri
bune. Eén rij banken is eenvoudig aan te brengen, doch
wil men meer dan één rij, dan dienen de rijen amphithea-
tersgewijze te worden gemaakt, hetgeen met het oog op
den toestand ter plaatse, zeer bezwaarlijk lijkt.
De heer HAALMAN protesteert tegen een maatregel van
den Voorzitter, genomen bij een der vorige raadsvergaderingen,
waarbij het aantal personen, dat tot de publieke tribune
werd toegelaten, beperkt werd tot 25. Naar Spr. meent, is
de Voorzitter tot het nemen van dezen maatregel niet be
voegd. Spr. citeert, hetgeen in de werken over gemeente
recht van Van Loenen (pag. 158) en Mr. J. Bool (pag.
216) over déze aangelegenheid wordt gezegd. Daaruit blijkt,
dat ieder tot de tribune moet worden toegelaten, voor zoo
ver er plaats is. Op de tribune van deze raadzaal is zeker
voor meer dan 25 personen plaats te vinden, zoodat de
Voorzitter hier zijn bevoegdheid heeft overschreden. De re
den opgegeven in het Antwoord van Burgemeester en Wet
houders op het Centraal Rapport is wel wat al te doorzich
tig als de vos de passie preektAls gevaar bestaat,
dat de orde op de publieke tribune zal worden verstoord,
heeft de Voorzitter in artikel 66 der Gemeentewet toch een
deugdelijk machtsmiddel. Spr. dringt er op aan, de beper
king tot 25 personen op te heffen.