5 JANUARI 1931 29 heeft in die gevallen steeds welwillende hulp verstrekt. Nu zit de Vereeniging zonder secretaris zij heeft er een gezocht, maar heeft er geen kunnen vinden, die het werk gratis wil verrichtenmen meent tegen een kleine vergoeding wel iemand te kunnen krijgen, die de noodige geschiktheid en tijd heeft. Het bedrag, hetwelk de Vereeniging vraagt is niet zoo groot. Spr. meent daarom, dat het bezwaar van den heer Haaiman niet van dien aard is, dat men de zaak nu niet zou behandelen. De heer HAALMAN zegt, dat hij de zaak zelve niet heeft bestreden, maar hij acht het tijdstip voor de behandeling daarvan niet juist gekozen. Er zullen bij de begrooting wel licht nog andere subsidie-aanvragen te berde worden ge bracht; men kan ze dan alle tegelijk onder de oogen zien in verband met den financieelen toestand der Gemeente. Het is waar, dat dit subsidie-bedrag bij de begrooting geen groote rol zal spelen, maarvele kleintjes maken één groote. Spr. meent, dat er alle aanleiding is om deze zaak tot de behandeling van de gemeente-begrooting voor 1931 aan te houden. De VOORZITTER deelt mede, dat er bij de behandeling van de begrooting voor 1931 dezerzijds geen nieuwe aan vragen om subsidie te berde zullen worden gebracht. Verder zegt Spr., dat het bij de behandeling van de begrooting meermalen is voorgekomen, dat er vanuit den Raad op aan gedrongen werd om een subsidie-aanvraag apart te behan delen, opdat men dan meer aandacht daaraan zou kunnen besteden. Spr. heeft een conferentie gehad met den Voor zitter van de Vereeniging „Breda Vooruit" en is daarbij tot de overtuiging gekomen, dat er alle aanleiding is om de Vereeniging te helpen. De Vereeniging heeft het Gemeente bestuur herhaaldelijk op effectvolle wijze bijgestaan in zaken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 29