27 FEBRUARI 1931.
301
geheel achter andere perceelen zijn weggebouwd, werkt
men precies zooals men wilsoms zelfs wel 70 a 80 uren
per week. De grootere bakkerijen, welke, minder verscholen,
dit niet kunnen doen, worden door deze handelwijze
gehandicapt met het gevolg„broodoorlog" in Breda. Spr.
geeft toe, dat een goede controle zeer moeilijk te volvoeren
is, mede doordat het bakkerspersoneel uit broodvrees geen
medewerking aan de Politie durft te verleenen, maar zou
toch gaarne zien, dat de Politie op dit punt krachtdadiger
optrad tegen de overtreders. Spr. heeft een lijst van
bakkerspatroons, welke hij van overtreding verdenkt. Deze
zal hij aan Burgemeester en Wethouders ter hand stellen
ten einde de gegevens bij het onderzoek te kunnen
benutten.
De heer COHEN zegt het volgende
Mijnheer de Voorzitter.
Ik wil in de eerste plaats wijzen op de groote verbetering
van de verkeersregeling. Geldt zulks in het algemeen, in
het bijzonder mag wel gewezen worden op de regeling
van het verkeer bij uitvoeringen in „Concordia"was het
vroeger een chaos, tegenwoordig is alles op een uitstekende
wijze geregeld. Een ieder zette zijn wagen maar neer waar
hij dat verkoostegenwoordig is het zoo, dat het verkeer
op het Van Coothplein niet belemmerd wordt en de
bezoekers van „Concordia" geen last er van ondervinden.
Ik zeg dit met opzet hier in het openbaar, Mijnheer de
Voorzitter, omdat mij is gebleken, dat er altijd nog auto
mobilisten zijn, die denken, dat zij zich aan de verkeers
regeling niet behoeven te storen.
Mijnheer de Voorzitter, nu kom ik aan het antwoord van
Burgemeester en Wethouders op het Centraal Rapport.
Door ons is gevraagd, waarom voor het eene muziekcorps
de voorwaarde wordt gesteld, geen muziek te
maken op 100 Meter afstand van een kerk, of er dienst
is ja of neen, en voor het andere corps niet. Er wordt