306 27 FEBRUARI 1931 niet alleen den dank oogsten van mij persoonlijk, maar ook van de Politie hier ter stede. Ik dank U. De heer VAN DER VEN heeft met genoegen geconsta teerd, dat de verkeersregeling voor de Prinsenkade en de Zoutstraat veel is verbeterd. Thans verzoekt Spr. nog aan dacht te willen besteden aan het verkeer tusschen Tolbrug en Nieuweweg. Doordat het uitzicht naar beide kanten geheel is belemmerd, is een verkeersregeling ter voorkoming van ongelukken daar dringend noodig. De heer KROONE acht het niet noodig den cursus voor de politie-agenten steeds te laten voortduren. Vooral voor de oudere agenten moet het op den duur zeer vervelend zijn, dezelfde stof telkens weer te moeten herkauwen. Spr. vraagt, of aan dit bezwaar niet is tegemoet te komen, door na een bepaalden tijd een examen af te nemen, dat bij gun- stigen uitslag vrijstelling van verder cursusbezoek inhoudt. De controle op de Arbeidswet, voor wat betreft de bak kerijen, laat inderdaad veel te wenschen over. De Politie laat zich maar al te vaak, wat men noemt, „beduvelen". Hier ligt, naar Spr. meent, een vruchtbaar terrein te ont ginnen voor den politiecursus de speurzin van de agenten moet worden ontwikkeld. De heer BROOS constateert, dat het aantal overuren boven de normale 48-urige werkweek zeer matig is geweest. Voor den vakcursus en den cursus in Eerste Hulp bij On gelukken zal gezamenlijk per week ongeveer drie uur noodig zijn. Dit acht Spr. nogal veel, ofschoon hij er onmiddellijk aan moet toevoegen, de noodzakelijkheid ervan niet vol doende te kunnen beoordeelen. Spr. verzoekt echter het aantal cursus-uren zooveel mogelijk te beperken. Den heer VAN NOORT komt het alleszins voldoende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 306