308
27 FEBRUARI 1931.
heeft de Burgemeester daartoe inderdaad het recht, zoodat
de A. J. C. zich daarbij zal hebben neer te leggen. Wat zij
evenwel niet behoeft te gedoogen is, dat de Burgemeester
in zijn weigeringsbrief zich een opmerking aan de Vereeni-
ging veroorlooft, welke Spr. ontactisch en beleedigend achc.
Met de interne aangelegenheden van de A. C. heeft de
Burgemeester niets te maken en deze Vereeniging zal zelf
hebben uit te maken, wat voor haar leden al of niet geschikt
is. Gaarne zal Spr. over deze zaak nadere inlichtingen
ontvangen.
De VOORZITTER zegt zooveel mogelijk te zullen trach
ten de Sprekers afdoende te beantwoorden.
De heer Elich heeft gevraagd naar de nakeuring van
films. Spr. kan de toezegging doen, dat waarschijnlijk in
een der eerstvolgende raadsvergaderingen deze zaak aan de
orde zal worden gesteld.
Dat de verkeersregeling, zooals de heer Van der Ven
heeft aangetoond, nog niet volmaakt is, geeft Spr. gaarne
toe. Het College is echter voortdurend doende, de noodige
verbeteringen aan te brengen. Ook de regeling bij de Tol-
brug heeft de volle aandacht.
Het incident in de Carnavalsdagen is door den heer
Brantjes ter sprake gebracht. Vooraf wil Spr. constatee-
ren, dat de verhouding tusschen burgerij en politie uitstekend
genoemd mag worden een incident als dit mag daarop
niet een ongunstigen invloed hebben. Dadelijk nadat Spr.,
die enkele dagen afwezig was geweest, was teruggekeerd,
heeft hij zich met den Commisaris van Politie in verbinding
gesteld, ten einde zich volledig te doen inlichten. Waar het
politie-onderzoek nog niet is gesloten, kan Spr. daarover
thans geen mededeelingen doen. Wèl kan hij toezeggen,
dat, zoo mocht blijken, dat er schuld bij het politiepersoneel
aanwezig is, er maatregelen genomen zullen worden, ten
einde herhaling te voorkomen.
De klachten over de ontduiking van de Arbeidswet in