30 5 JANUARI 1931 waarvan de afwikkeling zonder haar zeer lastig zou zijn ge weest. De heer VAN DE VEN vraagt, of dit subsidie zal gelden voor 1930 of voor 1931. Wethouder VAN BUITENEN antwoordt, dat het toe te kennen subsidie zal gelden voor 1931. Verder zegt Spr., dat hij, in aansluiting aan de woorden van den heer Van Mierlo, nog wil wijzen op de diensten, welke „Breda Vooruit" heeft bewezen bij gelegenheid van den nieuwen beiaard en andere gelegenheden. De heer Haaiman wil uit een financieel oogpunt de zaak bij de begrooting bezien. Spr. kan dit standpunt billijken, wanneer het twijfelachtige posten betreft. Doch in dit geval, waar de Raad het nut zeer zeker zal inzien en een bedrag van f 500.— geen onoverkomelijke moeilijkheden voor de begrooting geeft, is zulks niet noodig. De heer HAALMAN handhaaft zijn voorstel, om de af doening van dit adres aan te houden tot bij de behandeling van de gemeente-begrooting voor 1931. Het voorstel-Haalman wordt daarop instem ming gebracht en verworpen met 17 tegen 5 stemmen. Tegen: de heeren Cerutti, Van Oosterum, Broos, Ku ij laars, Van de Ven, Zijlmans, Van Veen, Elich, Brantjes, Van Noort, Schrauwen, Van Buitenen, Van Mierlo, Esbach, Van Groenendael, Van der Ven en Loonen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 30