5 JANUARI 1931
31
Voor: de heeren Me ij vis, Van Houten, Van Bedaf,
Cohen en Haaiman.
De heer Gruijs was bij deze stemming niet tegenwoordig.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
16. Adres van L. J. Wal ter en A. Geers, daarbij ver
zoekende hun een vergoeding te willen toekennen voor het
houden van toezicht op de parkeerterreinen of hun vergun
ning te verleenen daarvoor een vergoeding te mogen heffen,
met prae-advies van Burgemeester en Wethouders, luidende
als volgt
,,In bijgaand adres verzoeken L. J. Walter en A. Geers
„aan personen, die van de door hen bewaakte parkeerter
reinen gebruik maken, een vergoeding in rekening te mogen
„brengen of (indien dit niet mogelijk is) een vergoeding van
„gemeentewege te mogen ontvangen.
„Naar aanleiding van dat verzoek doen wij U het volgende
„opmerken.
„Na de aanwijzing van vaste parkeerplaatsen hebben adres
santen zich aangemeld om als bewakers der auto's te mogen
„dienst doen. Door den Commissaris van Politie werden zij
„daartoe toegelaten, onder uitdrukkelijk beding, dat zij zich
„van het vragen van eenige vergoeding van de autobestuur
ders moesten onthouden en zij genoegen moesten nemen
„met hetgeen hun werd gegeven. Hiermede werd hunner
zijds ingestemd.
„Toen mede door den aandrang ook vanuit den Raad
„werd besloten, het parkeeren in alle straten, behalve de St.
„Annastraat - Houtmarkt - Ridderstraat en Korte Brugstraat,