27 FEBRUARI 1931.
323
bouwen, met het oog op veilige geldbelegging.
Den heer Van der Ven wil Spr. antwoorden: Spr.'s
fractie zal zoowel tegen de R. K. als tegen de S. D. A. P.-
fractie waar noodig de zweep gebruiken.
De heer ZIJLMANS spreekt de hoop uit, dat het verge
vorderd stadium, waarin de regeling omtrent hypotheekver
strekking van gemeentewege verkeert, een zeer vergevorderd
stadium is. Een zoodanige maatregel zal volgens Spr. den
particulieren woningbouw aanmoedigen en de werkloosheid
in de bouwvakken doen verminderen.
De heer HAALMAN acht het absoluut niet noodig de
resultaten van de woningtelling af te wachten om te weten,
dat er nog een zeer groot tekort aan arbeiderswoningen is.
Immers, al zou er op het oogenblik een voldoende aantal
arbeiderswoningen gebouwd zijn, dan nog zijn er zijn
partijgenoot Gruijs heeft er zooeven al op gewezen
honderden krotwoningen, die door andere vervangen moeten
worden. Maar, er is volgens Spr. nog geen voldoend aan
tal arbeiderswoningen gebouwd. Om zijn bewering te sta
ven, gaat Spr. vervolgens de geschiedenis van den woning
bouw hier ter stede na sinds zijn partijgenoot Rippen, die
het tekort aan arbeiderswoningen op 1000 schatte, in 1928
den bouw van 300 arbeiderswoningen aan de orde stelde.
Komende tot het aantal van 466 gemeente-woningen, door
de heeren Broos en Van der Ven met zooveel trots ge
noemd, vraagt Spr. hoeveel er van die 466 woningen wel
in gebruik zijn want daar gaat het toch eigenlijk maar om.
En het antwoord op die vraag moet dan luiden Nog maar
de helft. Het staat daarom voor Spr. vast zonder het
resultaat van de woningtelling te weten dat er hier nog
steeds een groot tekort aan arbeiderswoningen is.
Van de 300 woningen, waarvan de bouw door zijn par
tijgenoot Rippen was voorgesteld, waren er 100 voor