326 27 FEBRUARI 1931. gewaardeerd te worden, maar men kan zulks van de S.D.A.P. niet verwachten het is de „heilige" ontevreden heid, die hen voortdrijft en hen altijd alles te weinig doet vinden. De heer SCHRAUWEN kan zich met het antwoord van Burgemeester en Wethouders, om de resultaten van de woningtelling af te wachten, wel vereenigen. Hij verwacht, dat daaruit zal blijken, dat er nog een tekort aan arbeiders woningen is. Het voorstel-Haalman, om een huurbijslag te verleenen aan groote gezinnen, vindt Spr. zeer sympathiek. Hij zou echter ook met het nemen van een beslissing in deze willen wachten tot de resultaten van de woningtelling bekend zijn men kan dan eerst zien, of Burgemeester en Wethouders nog met voorstellen komen. Wethouder VAN MIERLO deelt mede, dat, als de ge gevens omtrent de woningtelling verzameld zijn, zij dan spoedig bekend gemaakt zullen worden. Vervolgens brengt Spr. in herinnering, dat hij den heer G r u ij s gisteren bewijzen heeft verzocht voor diens bewe ring, dat er ook al ten opzichte van de volkshuisvesting in een te lauw tempo is gewerkt. Spr. had van den heer G r u ij s andere argumenten verwacht dan de simpele bewe ring zonder bewijs, dat er nog wel een 1300 krotwo ningen zouden zijn op te ruimen. De heer Gruijs is dan ook in gebreke gebleven eenig bewijs voor het beweerde lauwe tempo aan te voeren. Een van de leden heeft gevraagd, hoe het met de aanvragen om woningen staat. Spr. heeft daaromtrent gegevens, welke dateeren van 25 Februari j.l., dus van zeer recenten datum. Daaruit blijkt, dat er bij de afdeeling Bouw- en Woningtoezicht zijn ingeschreven 196 woning zoekenden, terwijl er nog 44 gezinnen noodwoningen in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 326