32 5 JANUARI 1931 „toe te staan, ging het parkeeren op de aangewezen ter reinen blijkbaar achteruit en verminderden waarschijnlijk ook „de ontvangsten der beide bewakers. „Daarom echter bij de gemeente aan te kloppen om een „vaste vergoeding komt ons ook in het licht van hun toe- „lating als bewakers, onjuist voor. De gemeente heeft „trouwens bij deze bewaking niet zooveel belang, dat „daarvoor geldelijke offers moeten worden gebracht of „opgelegd. „Bovendien zou bij invoering van een zoodanige ver plichte vergoeding de parkeermaatregel wellicht aan „beteekenis gaan inboeten. De bedoeling is juist, dat de „auto's niet in straten maar op de vaste daarvoor aange- wezen terreinen parkeeren, om overlast in de straten te „weren. Er is verlichting in het parkeergebod gebracht door „onder bepaalde voorwaarden parkeeren in de straten toe „te staanechter dit behoort niet door bezwarende bepa lingen op het parkeeren op aangewezen terreinen te „worden bevorderd. „Om bovenstaande redenen geven wij U in overweging „afwijzend op het onderhavige verzoek te beschikken." De heer MEIJVIS kan zich niet vereenigen met het prae-advies van Burgemeester en Wethouders. Adressanten zijn door den Commissaris van Politie als bewakers der auto's toegelaten, mits zij zich van het vragen van eenige vergoeding van de autobestuurders onthielden. Hierin ligt volgens Spr. een reden om hun een kleine vergoeding van gemeentewege toe te kennen. Spr. gelooft niet, dat de Commissaris daartegen zou zijn; immers, uit het vorenstaande blijkt, dat door hem de wenschelijk- heid van toezicht op de parkeerplaatsen wordt erkend: Spr. tracht vervolgens met eenige voorbeelden aan te toonen, dat de Gemeente uit een oogpunt van verkeer en veiligheid belang heeft bij het houden van dat toezicht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 32