27 FEBRUARI 1931. 337 Naar aanleiding van de opmerking van den heer Broos over de tewerkstelling van Bredasche arbeiders bij door de Gemeente aanbestede werken, zegt Spr., dat hier meermalen is beweerd, dat aan de desbetreffende besteksbepaling in de practijk niet de hand werd gehouden. Spr. heeft eens la ten nagaan, in hoeverre die bewering juist is en daarbij is het volgende gebleken "9 Naam van het werk V oorgeschreven percentage Bred, arbeiders Gemiddeld percen- centage Bred, arbei ders, dat daaraan werkzaam was Kantoorgebouw O. Werken 60 60,4 Dijklaan 60 68 Gasfabriek 60 66 Badhuis 70 68 Ophooging Belcrumpolder 60 65 Balfortbrug 70 85 Slachthuis 60 56,3 Bij den bouw van het Slachthuis is het gemiddelde per centage lager dan het voorgeschrevene, omdat de laatste maanden, toen de koel- en slachtinstallaties moesten worden opgesteld, zulks moest geschieden door technische werk krachten van de firma's, die de leveranties moesten doen dit waren, zooals den Raad bekend is, firma's van buiten Bredazoodoende bleef het gemiddelde percentage onder de 60 doch hierover kan men niemand een verwijt maken het was noodzakelijk, dat genoemde installaties werden ge plaatst door eigen personeel van de betrokken firma's. Spr. meent, dat hiermede voldoende weerlegd is, hetgeen vaak werd beweerd, en concludeert, dat er van zekere zijde maar lukraak weer eens iets is beweerd, zonder dat men zijn beweringen waar kon maken het blijkt een fabel te zijn geweest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 337