27 FEBRUARI 1931. 341 De heer ZIJLMANS zegt, dat het hem onnoodig voor komt een post voor versterking van de Willemsbrug uit te trekken, aangezien daarmede op den duur niet kan worden volstaan de onderbouw verkeert niet in goede conditie. Spr. is van oordeel, dat daar in de toekomst een breede, nieuwe brug moet komen, welke aan de eischen des tijds voldoet. Hij wil daarvoor een memoriepost uittrekken, opdat in beginsel worde vastgelegd, dat binnen afzienbaren tijd die groote verbetering tot stand zal worden gebracht. De heer VAN VEEN wenscht om dezelfde reden den post voor het onderhoud van de Gasbrug te laten vervallen. Deze brug moet, volgens Spr., hoe eerder hoe beter ver vangen worden de zaak kan bij wijze van spreken geen dag en geen nacht uitstel lijden, daar het verkeer ter plaatse op sommige uren uiterst gevaarlijk is. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat dit twee heel dure wenschen zijn en dat het zeer wel de vraag is, of zij dit jaar aan de orde zullen komen. Het gaat evenwel niet aan om, zoolang er nog geen definitieve plannen voor nieuwbouw zijn, de onderhoudsposten voor deze bruggen te schrappen; Burgemeester en Wethouders wenschen veiligheid voor alles. De heer ZIJLMANS dringt er op aan, de bruggen althans voorloopig te verbreeden de toestand is nu onhoudbaar. De post wordt daarop goedgekeurd. Volgnummer 466, Kosten van havens, vaarten, kaaimuren, sluizen en andere waterwerken. De heer VAN VEEN heeft er bij het afdeelingsonder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 341