346 27 FEBRUARI 1931. is deze heffing even onbillijk als het dekken van dat onder houd in andere buurten door middel van de huren. Het komt hem dan ook voor, dat men de heffing van die rech ten behoort te laten vervallen. De VOORZITTER acht deze zaak te bekend om er na der op in te gaan. De lasten zijn geamortiseerd in den koopprijs. De post wordt daarop goedgekeurd. Daarop wordt voortgegaan met de algemeene beschou wingen over Hoofdstuk III (Openbare Veiligheid), welke in de middagzitting zijn onderbroken. De heer COHEN wenscht naar aanleiding van het ge zegde van den heer Van Noort over het cursusbezoek op te merken, dat diens propositie in de practijk hierop zou neer komen, dat alleen de agenten, die reeds sedert jaren in politie-dienst zijn en indertijd geen diploma noodig hebben gehad om tot agent le klasse te worden bevorderd, ver plicht zouden zijn de cursus te volgen. Spr. veronderstelt, dat dit toch niet de bedoeling van den heer Van Noort kan zijn. Over de verkeersregeling sprekende heeft de Voorzitter gezegd, dat die nog niet goed af is en nog nader bekeken zal worden. De parkeer-regeling op het Van Coothplein, evenwel zij moge dan een enkeling niet naar den zin zijn wekt alom bevrediging. Met betrekking tot het houden van bijeenkomsten met muziek op Zondagmorgen zegt Spr. inmiddels vernomen te hebben, dat daarvoor alleen vergunning wordt verleend na 1 uur 's namiddags. Spr. veronderstelt, dat dit alleen geldt voor muziekuitvoeringen op den openbaren weg, want in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 346