27 FEBRUARI 1931. 347 een afgesloten zaal, welke ver van een kerk gelegen is, kun nen zoodanige uitvoeringen toch geen storing veroorzaken in de godsdienstoefening. Nu heeft de Voorzitter ook nog gesproken over storing van de openbare orde, maar het gaat hier over het binnenshuis uitvoeren van piano- en vioolmuziek Spr. kan niet begrijpen, wat de Burgemeester daartegen kan hebben. Ook het motief „dranklocaliteit" kan hier niet gelden, daar „Ons Huis" een lokaal is, waar nooit sterken drank getapt wordt, alleen water. De Voorzitter heeft Spr. uitgenoodigd zijn grief omtrent het doen van navraag naar vergaderingen nader toe te lich ten. Spr. verwijst den Voorzitter daarvoor naar de concierge van „Ons Huis". Daar kunt U informeeren, zegt Spr, welke vragen hem door den Commissaris van Politie zijn gesteld. Hij zou echter wel eens willen weten, of men dergelijke informaties ook inwint, als er van R. K. zijde een vergade ring wordt belegd. Vervolgens zegt Spr. het jammer te vinden, dat de Voor zitter de uitdrukking „De heer Cohen of zijn zegsman" heeft gebruikt. De VOORZITTER Wat heb ik daarmede miszegd De heer COHEN Het klinkt sarcastisch. Ik geloof niet dat U zich een dergelijke uitdrukking jegens een lid van de R. K. fractie zou veroorloven. De VOORZITTER Ik zou niet weten waarom niet. Wat heeft U daar toch voor bezwaar tegen De heer COHEN ziet in die uitdrukking een insinuatie zij geeft den indruk, dat Spr. slechts zegt, wat hem is voor gekauwd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 347