27 FEBRUARI 1931.
353
zichtig moet zijn met die bewering. In dit verband doet
Spr. voorlezing van een stukje uit de „Limburger Koerier"
over burgerwacht en vrijwillige landstorm. Mussolini heeft
eens gezegd „Op Fascisten naar Rome"; den geest van
dit stukje zou men volgens Spr. gevoeglijk kunnen weer
geven in de woorden „Op Burgerwachters naar Den Haag."
Na voorlezing van een artikel uit het apologetisch weekblad
„Overal" van Pater de Leeuw, vraagt Spr. den Voorzitter,
wat deze denkt van dergelijke taal. Van A. M. d e J o n g zou men
zulke taal verwachten, maar niet van een priester, zegt Spr.
Uit een en ander blijkt, volgens Spr., dat degenen, die
het bestaande gezag willen handhaven, voorzichtig moeten
zijn met het verleenen van subsidies aan burgerwachten
deze vormen een gevaar voor de openbare orde. Spr. en
zijn partijgenooten vreezen de Burgerwacht niet.
De VOORZITTER verklaart het betoog van den heer
Van Houten noch te zullen bestrijden, noch te laten
aanplakken. Spr. wil er alleen dit op zeggen, dat de Bur
gerwacht er in de eerste plaats is om de arbeidersbevolking
te beveiligen deze heeft het meest behoefte aan rust om
zich te ontwikkelen. Daarom zijn zij, die tegen de Burger
wacht gekant zijn, inderdaad ook tegen een rustige ontwik
keling van de arbeidersklasse.
De post wordt daarop zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
De heeren Van Bedaf, Cohen, Gruijs, Haaiman,
Van Houten en Me ij vis wenschen aanteekening in de
notulen, dat zij tegen het behoud van dezen post zijn.
Volgnummer 397. Onderhoud der lantaarns
en verdere kosten der verlichting.
De heer ZIJLMANS verzoekt een lantaarn te plaatsen,