354
27 FEBRUARI 1931.
daar waar de weg achter het Diaconessenhuis afbuigt naar
het Wilhelminapark. Het verkeer is daar tamelijk druk, zoo
dat verlichting van dat punt dringend noodig is. Verder
verzoekt Spr. de witte paaltjes, welke daar staan ter afschei
ding van rijweg en voetpad, ten spoedigste door meer in
het oog springende aanduidingen te vervangen.
De VOORZITTER zegt, dat een en ander zal worden
nagegaan. Spr. vermoedt, dat de bewuste paaltjes daar zijn
geplaatst in verband met het rooien van boomen.
De heer ZIJLMANS zegt, dat die boomen al lang gerooid
zijn. De paaltjes staan er echter nog en zijn op zeer pri
mitieve wijze geplaatst.
Den heer VAN VEEN is het opgevallen, dat, wanneer er
sneeuw ligt, men de witte paaltjes niet ziet staan. Het zou
daarom wenschelijk zijn, ze van een zwarten band te voor
zien. Spr. vindt de paaltjes daar zeer gevaarlijk en het ver
wondert hem ten zeerste, dat er nog geen ongelukken zijn
gebeurd.
De heer CERUTTI heeft er bij het afdeelingsonderzoek
de aandacht op gevestigd, dat er op den Nassausingel tus-
schen de Gevangenis en de Vierwindenstraat geen enkele
lantaarn staat. Spr. dringt er op aan, daar eenige verlich
ting aan te brengen.
De VOORZITTER antwoordt den heer Cerutti, dat
zulks hooge kosten met zich zou brengen, terwijl de erva
ring niet heeft aangetoond, dat er aan dien singel ongeluk
ken voorkomen de auto's beschouwen hem als een bui
tenweg en steken hun schijnwerpers aandat gaat uitstekend.
Daarbij komt, dat men juist op de openbare verlichting wil