362 2 MAART 1931. verwachting, dat zijn pleidooi de oprichting van een nieuwe openbare lagere school in het Zuiderkwartier en van een openbare bewaarschool ten gevolge zal hebben, maar: „de aanhouder wint", zegt een bekend spreekwoord en daarom hoopt hij, dat het hem op den duur zal gelukken de R. K. meerderheid ervan te overtuigen, dat zij de billijkheid behoort te betrachten. De heer BRANTJES erkent, dat de S. D. A. P. indertijd eerlijk medegewerkt heeft aan de gelijkstelling van het bij zonder met het openbaar onderwijs. Maar, zegt Spr., men moet dit niet als een aanloopje gebruiken om de R. Katho lieken te verwijten, dat zij niet medewerken aan het op peil houden van het openbaar onderwijsdat is onwaar. Immers, de vijfde openbare school is toch niet uit overbevolktheid op geheven. De openbare scholen aan de Middellaan en de Keizerstraat zijn volgens Spr. vanuit de buitenwijken zeer wel veilig te bereiken en liggen niet bijzonder ver daarvan verwijderd. Als de oprichting van een nieuwe openbare lagere school noodig blijkt, zal Spr. daaraan gaarne mede werken, maar tot dusver zijn daarvoor geen bewijzen aange voerd, alleen maar veronderstellingen. Wat de outillage der openbare scholen betreft, merkt Spr. op, dat de school aan de Nieuwehuizen indertijd van het openbaar naar het bijzonder onderwijs is overgaanzij was daarvoor dan toch nog goed genoeg. Spr. heeft alle waar deering voor het door de Commissie voor het Lager Onder wijs uitgeoefend toezicht, maar zij verzuimt in haar verslag aan te geven, wat er aan de outillage der openbare scholen verbeterd moet worden. Het openbaar bewaarschool-onderwijs is een stokpaardje van den heer Haaiman. Diens bewering, dat, als men zijn kinderen niet op een bijzondere school doet, zijn andere kinderen niet tot de bijzondere bewaarschool worden toegelaten, is volgens Spr. onjuist. Spr. verklaart zich bereid aan de oprichting van een openbare bewaarschool mede te werken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 362