2 MAART 1931.
363
mits de behoefte daaraan onomstootelijk vaststaat. Ook zal
hij gaarne subsidie geven, als de heer Haaiman c.s. een be
waarschool voor kinderen van hun richting oprichten. Op
het oogenblik acht Spr. echter niet de minste reden aanwezig
voor de oprichting eener openbare bewaarschool, noch voor
een nieuwe openbare lagere school.
De heer VAN VEEN is ook niet bevredigd door het
antwoord van Burgemeester en Wethouders op de in het
Centraal Rapport gestelde vraag betreffende de stichting van
een nieuwe openbare school. Spr. geeft toe, dat men nog
niet zeker kan weten, of er een voldoend aantal leerlingen
voor die school is, maar er is voldoende grond om dit te
veronderstellen; de heer Haaiman heeft dezen aangegeven.
Verder heeft deze het Zuidelijk deel der Gemeente
de meest gewenschte plaats voor een nieuwe openbare
school genoemd ook Spr. komt het voor, dat een open
bare school daar het meest noodig is. Het ligt nu op den
weg van het Gemeentebestuur zich daarvan te overtuigen,
niet op dien van den Raad.
De heer BROOS zegt het volgende
Mijnheer de Voorzitter.
Daar hier de subsidieering van bijzondere bewaarscholen
is geregeld in Gemeente-Blad no. 293 en elke bewaarschool,
die aan de bepalingen van die regeling voldoet, voor sub
sidie-verleening in aanmerking kan komen, acht ik het toch
wel bezwaarlijk, dat hier de meerderheid, die voor zich zelf
tevreden is als haar bewaarscholen een gemeentelijke sub
sidie ontvangen, onverplicht, ten believe van een minderheid,
een regeling zou moeten treffen, welke van de gemeente
kas veel grootere offers zou vragen. En hoewel hier meer
malen door de S.D.-fractie klachten worden geuit, dat hun
voorstellen geen of geen voldoende steun vinden, zal zij
toch moeten erkennen, dat het voor de meerderheid toch