2 MAART 1931. 371 Volgnummer 131 e. Bijdrage van Hoofdstuk VII ter zake van rente van kapitalen van het legaat van Wijlen Dr. Van Cooth. De heer VAN VEEN vraagt, of het wel billijk is, dat het Rijk bij de subsidie-regeling voor 70 van de schenking van wijlen Dr. Van Cooth profiteert. De VOORZITTER antwoordt, dat het Rijk niet daarvan profiteert. Het onder dit volgnummer geraamde bedrag wordt niet opgenomen in de begrooting der Ambachtsschool, welke afzonderlijk aan de goedkeuring van den Minister van Onderwijs wordt onderworpen. De post wordt daarop goedgekeurd. Volgnummer 694 b. Kosten van muziekuitvoeringen enz. De heer MEIJVIS heeft bij het afdeelingsonderzoek van de begrooting verzocht om concerten op meerdere plaatsen in de stad. Burgemeester en Wethouders hebben daarop geantwoord, dat zulks afstuit op het ontbreken van een verplaatsbare muziektent, voor aanschaffing waarvan een crediet door den Raad niet werd toegestaan. Naar aanleiding hiervan vraagt Spr., of er bezwaar tegen zou zijn, dat muziekgezelschappen, die zelf over een muziektent beschik ken, concerten geven in verschillende wijken van de stad. De VOORZITTER zegt, dat eerst onderzocht zal moeten worden, hoe de muziektent er uitziet, daar deze, als men haar den geheelen zomer laat staan, aan zekere eischen van welstand moet voldoen. De heer BRANTJES vraagt, of het door Burgemeester

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 371