376
2 MAART 1931.
Kapitaaldienst.
Hoofdstuk VI. Openbare "Werken.
De heer HAALMAN bepleit overbrugging van den Tram
singel met het oog op het groote aantal woningen, dat in
de laatste jaren daarachter is verrezen. De eenige directe
verbinding naar de binnenstad bestaat voor de bewoners
van die wijk in het bekende pontje, dat ter hoogte van de
Lunetstraat in den singel is gelegen een verbinding welke
zeer onvoldoende moet worden geacht. Het komt Spr.
noodig voor, den singel ter plaatse te overbruggen, daar de
afstand van de Haagbrug naar de Gasbrug te groot is.
Daarbij komt nog, dat de Gasbrug vaak open is, zoodat men
soms wel een kwartier moet wachten eer men van de brug
gebruik kan maken. Op grond van een en ander zou Spr.
een post voor overbrugging van den Tramsingel ter hoogte
van de Lunetstraat willen voegen bij de buitengewone wer
ken, welke onder volgnummer 854 in uitzicht zijn gesteld.
De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wet
houders niet afwijzend tegenover die kwestie staan. Men
kan zeggen, dat door overbrugging van den Tramsingel een
essentieel gemeente-belang gediend wordt. Als de Raad
daarvoor een welwillend oog heeft, dan willen Burgemeester
en Wethouders wel iets in die richting doen, b.v. in den
vorm van een houten brug, zooals onlangs over den Wilhel-
minasingel is gelegd. Men moet echter rekening houden
met het scheepvaartverkeer in den singel, hetgeen moeilijk
heden kan opleveren.
De heer HAALMAN merkt op, dat de Tramsingel meer
en meer industriehaven wordt, terwijl hij daarvoor niet
bestemd is en als zoodanig in geen enkel opzicht aan de