2 MAART 1931.
385
verzekering in het leven te roepen. Burgemeester en Wet
houders wijzen dit in hun prae-advies over deze voorstellen
van de handzij achten het beter om, zoodra de omstan
digheden hiervoor gunstiger zijn, die zaak in handen te
geven van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten.
Spr. en zijn fractiegenooten zijn evenwel van oordeel, dat
men ook buiten die Vereeniging om bij de Regeering
daarop kan aandringen.
Verder zeggen Burgemeester en Wethouders in hun prae-
advies, dat door de Regeering inmiddels is voldaan aan het
verlangen omtrent de verlenging van den duur der kasuit-
keeringen. Dit is slechts ten deele juist, zegt Spr., daar die
nieuwe regeling niet op alle werkloozenkassen van toepassing
is. Hij wil dan ook aandrang op de Regeering doen uitoefe
nen, opdat ook de kassen, welke thans niet onder die
regeling vallen, daarvan kunnen profiteeren.
Het permanent zijn der steunregeling acht Spr. onder de
veranderde omstandigheden geen noodzakelijken eisch meer,
daar de thans steuntrekkenden dit jaar wel niet meer zullen
worden uitgetrokken. Ook het voorstel om het bedrag der
steunuitkeering van 90 °/o op 100 van de uitkeering der
werkloozenkas te brengen is van de baan door de nieuwe
steunregeling.
Wat den kindertoeslag betreft, constateert Spr., dat er
zich iets ongewoons heeft voorgedaan. De heer Kroone
c.s. is namelijk met eenzelfde voorstel gekomen als door
Spr.'s fractie op 7 Januari j.l. is ingediend. Al was die
indiening misschien wel wat ontijdig, dit neemt niet weg,
dat men ons voorstel toch had kunnen aanhouden, zegt
Spr., maar desniettemin doet het voorstel-K r o o n e c.s. ons
toch genoegen.
Spr. betreurt het, dat de voorstellen zijner fractie van 7
Januari j.l., die toch ook zeer Christelijk zijn en waarvan
men dus kon verwachten, dat zij door den Raad zouden
worden aangenomen, nu eerst in behandeling komen. Was
dit eerder geschied, dan hadden belanghebbenden daarvan