392 2 MAART 1931. kleeding, schoeisel enz., hoop ik, dat de door Burgemeester en Wethouders en den heer Kroone c. s. voorgestelde verbeteringen in de steunregeling bij den Minister een gunstig onthaal zullen mogen vinden. De heer M e ij v i s heeft nog beweerd, dat Eindhoven 80 van het loon uitkeert. Dat was vroeger zoohet heeft de steunregeling naar aanleiding van de Ministerieele regeling veranderd en keert nu 60% uit. Wel geeft Eindhoven een minimum steunbedrag van f 13,— voor gehuwden en kost winners, maar het is ook een veel grootere gemeente dan Breda, evenals Groningen, hoewel dat nog op enkele punten minder geeft dan Breda. De heer LOONEN vind het amendement van den heer Kroone c.s. wel sympathiek, maar hij acht het een bezwaar, dat het alleen ten goede zal komen aan de gezinnen, die meer dan f 20.inkomsten hebben. Degenen, die b.v. f 18.50 verdienen zouden geen toeslag krijgen Spr. vindt dit onbillijk. Hij zou aan den Minister willen vragen, of hij er accoord mede kan gaan, dat de uikeering op 80% van het loon wordt gebracht, indien dit f 20.— of minder bedraagt. Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat de heer Me ij vis zooeven heeft beweerd, dat Spr, ten opzichte van de bestrijding der werkloosheid een rem zou zijn geweest. Spr. vindt het niet vriendelijk van den heer M e ij v i s om zoo iets aan den Raad te trachten te suggereeren. Noch in den Raad, noch in het College van Burgemeester en Wethouders is Spr. ooit een rem geweest om te trachten maatregelen te verhinderen, die in het belang der Gemeente waren. Voor Spr. zijn echter de belangen der Bredasche arbeiders niet de eenige belangen, die een woordje mee spreken in het gemeentebestuur. Hij zou dan ook gaarne weten, waarop dit verwijt sloeg. Verder heeft de heer Me ij vis gevraagd, waarom nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 392