422
31 MAART 1931.
ting in de Cavaleriestraat.
De heer VAN VEEN zegt, dat dit werk in hoofdzaak en
wel tot een bedrag van f 2360, een verfraaiing van de
Cavaleriestraat betreft, waarmede nog zeer goed kan worden
gewacht en ook behoort te worden gewacht, als men aan
andere, minder bedeelde buurten denkt. Spr. vindt, dat dit
voorstel niet den geest ademt, waarin de gemeente-begroo
ting voor 1931 is behandeld.
Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat het in de
straat liggende riool noodzakelijk verbeterd moet worden.
Men kan dus van deze gelegenheid gevoeglijk gebruik
maken om het straatprofiel te voltooien en eenige beplanting
aan te brengen. De Bouwcommissie kon zich met dit plan
volkomen vereenigen.
De heer VAN VEEN blijft van meening, dat deze
verfraaiing zeer goed kan wachten. Tegen vernieuwing van
het riool heeft Spr. geen bezwaar, maar beide onderdeelen
van het plan kunnen onafhankelijk van elkaar bekeken
worden. Als er sprake is van verfraaiing, behoort men eerst
eens aan andere punten in de stadde singels, de Dijklaan,
het Dijkplein, het Dr. Jan IngenHousz-plein, het Zandberg
kwartier e.d. te denken. De Cavaleriestraat is een afgelegen
straat, waar de verfraaiing alleen komt ten bate van enkele
bewoners.
De VOORZITTER acht het beter een werk te voltooien,
waaraan men eenmaal begonnen is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop
conform het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten.