426 31 MAART 1931. „voorloopige overeenkomst met „Remaco" op de basis „van de hierbij overgelegde." De heer MEIJVIS merkt op, dat in art. 9 van het ont- werp-contract „Remaco" zich verbindt, de aankondigingen van Gemeente, Provincie en Rijk onmiddellijk en kosteloos aan te plakken. Spr. vraagt, of dit ook geldt voor kennis gevingen, uitgaande van de bedrijven en diensten der Ge meente en voor de reclame-biljetten van de Arbeidsbeurs. Vervolgens vraagt Spr., of ook de reclame-biljetten van rondreizende circussen onder die bepaling vallen. Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat onder die be paling ongetwijfeld alle kennisgevingen vallen, welke van de Gemeente of haar organen uitgaan, dus ook van de diverse takken van dienst. Wat de reclame-biljetten van een rondreizend circus be treft, dit zal voor de aanplakking daarvan in overleg moeten treden met „Remaco" de Gemeente mag daarvoor zelf niet meer zorg dragen. De heer CERUTTI leest in art. 8 van de overeenkomst, dat „Remaco" zich verbindt, alle aan te plakken biljetten aan den Commissaris van Politie ter goedkeuring voor te leggen. Spr. acht het wenschelijk in dit artikel „Commis saris van Politie" te vervangen door „Burgemeester". De VOORZITTER vindt zulks onnoodig in geval de biljetten door den Commissaris niet goedgekeurd worden, zal belanghebbende zich wel uit eigen beweging tot den Burge meester wenden. De heer MEIJVIS vraagt nogmaals, hoe het gaat met de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 426