428 31 MAART 1931. dat er van „vette hapjes" geen sprake kan zijn volgens die opgaven gaat de opbrengst achteruit. Wethouder VAN BUITENEN kan zich met de opmer king van den heer Cerutti volkomen vereenigen. De op brengst is in de laatste vier jaren steeds beneden 500 gulden gebleven. Het gaat dus over een betrekkelijk klein bedrag, waarop de Gemeente nooit verliezen van beteekenis kan lijden. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop aan Burgemeester en Wethouders de gevraagde mach tiging verleend. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot intrekking van de verordening tot heffing van een recht voor openbare aankondigingen in deze Gemeente, met bijbehoorende invorderingsverordening (Gemeenteblad no. 54), zulks met ingang van den eersten dag der maand volgende op die, waarin de Koninklijke goedkeuring zal zijn verkregen. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het toekennen van een wachtgeld van f 100,per jaar aan den gemeente-aanplakker, gedurende zes jaren. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het wijzigen en opnieuw vaststellen van de verordeningen op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 428