31 MAART 1931. 433 deze Gemeente. Spr. vestigt nog eens de aandacht op art. 10, waarin alleen sprake is van dieren, waarvan de onthuiding ingevolge de wet verboden is. De VOORZITTER zegt, dat de opmerkingen, welke hier over dat artikel gemaakt zijn, te bevoegder plaatse zullen worden overgebracht. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot beschikbaarstelling van een crediet voor uitvoering van de steunregeling voor werkloozen, luidende als volgt: „Wij hebben de eer U hierbij ter kennisneming aan te „bieden een schrijven van den Minister van Binnenlandsche „Zaken en Landbouw, i.z. steunverleening aan werkloozen. „Daaruit blijkt, dat de Minister de rijksregeling, gewijzigd ,",voor Breda, voor het tijdvak 15 Februari tot en met 11 „April 1931, van toepassing heeft verklaard. De kindertoeslag „van f 1.— wordt toegekend vanaf het eerste kind, terwijl „op ons voorstel om den inkomstenaftrek te verlagen en bij „de berekening van den inkomstenaftrek de eerste f3.— „buiten toepassing te laten, nader wordt teruggekomen. „Belangrijk voor deze Gemeente is de opneming in deze „steunregeling van verschillende fabrieks- en de havenarbeiders, „alsmede de verhooging tot 35 van de Rijksbijdrage in „de kosten voor het tijdvak 15 Februari tot en met 11 „April 1931. „Door de voortdurende wisseling in het aantal werkloozen „is het onmogelijk de kosten aan de uitvoering der steun regeling verbonden, op te geven. Mitsdien hebben wij de „eer U voor te stellen hiervoor een onbeperkt crediet te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 433