434 31 MAART 1931. „willen verleenen, en de kosten voor zoover deze de uitge trokken werkloozen betreffen, voorloopig te brengen ten „laste van hoofdstuk IX, paragraaf 2, volgnummer 733 van „den gewonen dienst 1931, en die van andere dan uitge trokken werkloozen, eveneens voorloopig, ten laste van „volgnummer 736 van die paragraaf. Nader is te bezien, of „deze uitgaven geheel of gedeeltelijk uit den kapitaaldienst „dienen te worden bestreden." Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot beschikbaarstelling van een crediet voor werkverschaffing, luidende als volgt „Zooals reeds bij de behandeling van de gemeente- .begrooting werd medegedeeld, meenen wij een geschikt „object voor werkverschaffing te hebben gevonden in het „verleggen van een gedeelte van de Aa of Weerijs, met „name het gebied dat door de gemeente Breda stroomt. „Daarvoor moet, naar een voorloopige raming van onzen „dienst van openbare werken, p.m. 12000 M3 grond worden „uitgegraven en p.m. 36000 M3 worden aangewend voor „dempingsdoeleinden. Voor de waterkeering zullen de „oevers van het nieuw te graven gedeelte moeten worden „opgehoogd. Een en ander wordt op bijgaande situatietee- „kening aangegeven. „Met het oog op de heerschende werkloosheid is reeds „met de werkzaamheden begonnen. Uitsluitend gehuwde en „kostwinnende werkloozen zijn te werk gesteld, terwijl de „uitvoering geschiedt onder leiding van den dienst van „openbare werken. „In de loonen, welke voor het verrichten dezer werkzaam heden worden uitbetaald, verleend het Rijk een subsidie „van 25 voorloopig tot en met 25 April e.k. De voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 434