450 31 MAART 1931, „grepen een post van f 4000,voor onvoorziene uitgaven. „Bij opening der biljetten bleek, dat de laagste inschrijving „bedroeg f 115.000, derhalve bijna f 20.000,— hooger „dan gemelde raming. „Hierna is met den laagsten inschrijver onderhandeld en „getracht een lagere aanbieding te bekomen. Als resultaat „daarvan werd door hem een nieuwe inschrijving gedaan „voor een bedrag van f 109.824, Een nader onderzoek „wees echter uit, dat deze lagere inschrijving in wezen „niet voordeeliger was dan de oorspronkelijke, aangezien „de vermindering van het bedrag gevonden was door „vermindering van diverse leveringen en door andere „wijzigingen niet in het voordeel der gemeente, zoodat „de onderhandelingen geen resultaat opleverden. „Reeds tijdens deze onderhandelingen werd dezerzijds „een nieuwe raming gemaakt, welke kwam tot een eindcijfer „van f 105.000, Dit bedrag is hooger dan de eerste raming, „doch te verklaren doordat de tweede berekening onwille keurig kan zijn beïnvloed door de hooge inschrijvingen. „Waar onze conclusie was, dat het onderhavige werk wel „voor een bedrag van rond f 100.000,— geheel overeen komstig het bestek kan worden uitgevoerd, hebben wij „besloten dit werk, op grond van het groote prijsverschil „met den laagsten inschrijver, in eigen beheer uit te „voeren. „Het werk zal afzonderlijk worden geadministreerd, zoodat „na afloop de juiste kosten bekend zijn." De heer VAN VEEN zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter. Ik was verwonderd in de plaatselijke bladen een officieuse mededeeling te lezen, dat Burgemeester en Wethouders hadden besloten tot uitvoering van dit belangrijke werk in eigen beheer, nadat de openbare aanbesteding blijkbaar was

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 450