30 APRIL 1931. 471 voortvloeiende uit het verplicht betrekken van water van de N.V. Waterleiding-Maatschappij „Noord- We s t-B ra b a n t". Tegenwoordigde heeren G. L. M. BRANTJES, A. SCHRAUWEN, A. H. C. VAN NOORT, P. G. GRUIJS, P. A. KUIJLAARS, TH. P. ELICH, L. G. VAN BEDAF, A. BROOS, H. J. VAN HOUTEN, J. M. MEIJVIS, A. A. J. M. LOONEN, Ir. W. VAN VEEN, J. J. VAN BUITE NEN, G. P. P. ESBACH, H. J. VAN DER VEN, W. L. A. VAN DE VEN, A. W. ZIJLMANS, H. J. VAN OOSTE RUM, Mr. E. L. H. M. VAN MIERLO, B. COHEN, P. HAALMAN, F. F. X. CERUTTI, N. J. H. VAN GROE- NENDAEL, J. N. KROONE en J. C. VAN DEN BOOM. Afwezigde heeren H. J. MOLL en J. J. A. VAN WERKHOOVEN, Voorzitterde heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONSBEECK, burgemeester. Secretaris: de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en brengt in herinnering, dat het gisteren 12 V2 jaar geleden was, dat de heeren Van Groenendael en Schrauwen tot raadslid werden benoemd en sindsdien onafgebroken zitting hadden. Spr. wijdt een woord van waardeering aan deze beide leden voor hetgeen door hen in die periode in het belang van de Gemeente is verricht. Vervolgens deelt Spr. mede, dat van den heer Van Werkhooven bericht is ingekomen, dat hij verhinderd is deze vergadering bij te wonen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 471