30 APRIL 1931. 477 De heer ZIJLMANS heeft alle respect voor de Gezond heidscommissie, maar deze staat er anders voorzij houdt zich uit den aard van de zaak precies aan de letter van de wet, terwijl de Raad de zaak van alle kanten heeft te bezien. Spr. verzoekt van insinuaties als van den heer Van Mierlo verschoond te blijven. De VOORZITTER zegt, dat er van insinuaties geen sprake kan zijn; de heer Van Mierlo betwist den heer Zij 1 mans niet het recht om een andere meening te hebben, maar hij verdedigt alleen het advies van de Gezondheidscommissie. Het prae-advies van Burgemeester en Wet houders wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 13 tegen 10 stemmen. Voor de heeren Van Noort, Gruijs, Kuijlaars, Broos, Me ij vis, Van Buitenen, Esbach, Van der Ven, Van de Ven, Van Oosterum, Van Mierlo, Cohen en Gerutti. Tegen de heeren Brantjes, Schrauwen, Elich, Van Bedaf, Van Houten, Loonen, Van Veen, Zijl mans, Haaiman en Van Groenendael. De heeren Van den Boom en Kroone waren bij deze stemming niet tegenwoordig. 10. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende de rekening van het Oude- Vrouwenhuis over het jaar 1930. De VOORZITTER geeft in overweging, deze rekening te stellen in handen van een commissie van drie leden ter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 477