30 APRIL 1931. 479 15. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders om gunstig te beschikken op een aanvraag van het bestuur der R.K. U.L.O. school „St. Antoine" om beschikbaarstelling van gelden, ingevolge art. 72 der L.O. wet, voor de aan schaffing van leermiddelen. De heer HAALMAN, vooropstellende dat hij zich niet tegen dit voorstel zal verzetten, zegt, dat het hem toch aanleiding geeft tot het maken van enkele opmerkingen. Het wil hem namelijk voorkomen, dat de besturen der bijzondere scholen steeds meer vernieuwing van leermid delen trachten te verkrijgen door middel van art. 72 der L.O.-wet, terwijl zulks in de eerste plaats behoort te ge schieden via artikel 101 dier wet. Spr. kan zich heel goed begrijpen, waarom die schoolbesturen hun toevlucht nemen tot artikel 72het Gemeentebestuur houdt namelijk de kosten van het openbaar lager onderwijs en bijgevolg de vergoeding ex art. 101 bijzonder laag. Als men de leer middelen van sommige openbare scholen ziet, is vernieuwing heusch wel noodig, maar het gebeurt niet; Burgemeester en Wethouders houden met opzet de kosten van het openbaar lager onderwijs zoo laag mogelijk. Bij het lezen van de stukken is het Spr. opgevallen, dat de Inspecteur van het Lager Onderwijs te kennen geeft, dat hij de aan te schaffen boeken doelmatig vindt, terwijl de Ambtenaar belast met het plaatselijk schooltoezicht in zijn advies de boeken zeer juist splitst in doelmatige en noodige. Spr. nu zou de noodige willen verstrekken inge volge art. 72 der L.O.-wet en de wenschelijke willen rang schikken onder art. 101 dier wet. Ten slotte dringt Spr. er bij Burgemeester en Wet houders op aan, niet meer zoo schriel te zijn, waar het het openbaar onderwijs geldt. De leden van de R. K. Raads fractie wil Spr. voorhouden, dat iedere cent, welke het openbaar onderwijs te kort wordt gedaan, een dubbeltje minder beteekent voor het bijzonder onderwijs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 479