30 APRIL 1931. 509 De heer VAN DE VEN dringt aan op het uitbrengen van prae-advies over de motie. De heer HAALMANWij hebben geen meerderheid om de voorstellen, die ons niet aanstaan af te stemmen, maar als U mijn motie op die manier wilt afmaken, beschikken wij nog wel over middelen om hier den gang der werk zaamheden te saboteeren. De VOORZITTER komt op tegen de veronderstelling van den heer Haaiman, dat het er om te doen zou zijn diens motie ,,af te maken". Spr. stelt immers niet voor terstond daarover te stemmen, doch haar eerst te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Dit is toch de gewone loop van zaken, welke hier bijna steeds gevolgd wordt. De heer HAALMAN legt zich ten slotte daarbij neer, doch wenscht zijn motie nog met een enkel woord toe te lichten. Spr. heeft haar ingediend, omdat in vele gemeenten, waar door bioscoophouders gratis plaatsen voor de werk- loozen beschikbaar worden gesteld, verzoeken om vrijstelling van vermakelijkheidsbelasting voor die plaatsen wèl zijn ingewilligd. Spr. zou niet weten waarom zulks hier niet zou kunnen gebeuren. Volgens hem behoeft de verordening daarvoor niet gewijzigd te worden. Daarop wordt de motie in handen van Burge meester en Wethouders gesteld om prae-advies. 41. Motie van het raadslid P. Haaiman, om: le aan het bestuur der R.K. Werkliedenvereeniging te Breda en 2e aan den Plaatselijken Raad uit de Moderne Arbeiders-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 509