50
5 JANUARI 1931
gegrond. Spr. verwacht, dat het van invloed zal zijn op de
premie van de brandassurantie, als er brandvrije vloeren in
den Toren worden aangebracht.
Zonder verdere opmerkingen wordt daarop
conform het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
De VOORZITTER stelt alsnu nogmaals aan de orde
punt 24 der agenda (voorstel tot tijdelijke aanstelling van
C. van Eek als leeraar in het teekenen aan de Avond
school voor ambachtslieden) en deelt mede, dat de heer
Van Eek reeds plaatsvervangend leeraar in teekenen was
toen de heer Van D ij k nog in functie was. De voorge
stelde oplossing is reeds goedgekeurd door den betrokken
Minister en den Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs,
die zeer zeker met het door den heer Van Veen te berde
gebrachte rekening zullen hebben gehouden.
De heer VAN VEEN meent, dat het toch gewoonte is
om in de eerste plaats een wachtgelder aan te stellen.
De VOORZITTER: De heer Van Dijk is wachtgelder
bij de Ambachtsschool, terwijl het hier gaat om een benoe
ming aan de Avondschool voor ambachtslieden, waar de
heer Van Dijk leeraar is gebleven.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop
conform het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
w