23 JUNI 1931. Voorzitterde heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONSBEECK, burgemeester. Secretarisde heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van de heeren Van Veen en Van Werkhooven bericht is ingekomen, dat zij verhinderd zijn deze vergade ring bij te wonen. De heer ELICH verzoekt na afloop der agenda Burge meester en Wethouders een vraag te mogen stellen. van Zonder eenige bedenking wordt dit verzoek ingewilligd. De heer HAALMAN zou gaarne in besloten vergadering een vraag stellen omtrent een op deze agenda voorkomend voorstel tot benoeming van personen. De VOORZITTER schorst daarop de openbare vergade ring, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. Na heropening der openbare vergadering zegt de VOOR ZITTER, dat de notulen van het verhandelde in de verga deringen van 25, 26 en 27 Februari, 2 en 31 Maart en 30 April j.l., overeenkomstig het bepaalde in art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voor lezing daarvan verlangt of eenige bemerking daartegen in het midden heeft te brengen, allereerst voor wat betreft de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 523