23 JUNI 1931. 543 „over te nemen, ook niet in het dragen der financieele „lasten. „Een der redenen waarom dit werk alleen door particu- „lieren kan geschieden isdat het veel persoonlijke toewij- „ding vraagt van hen die zich er voor geven. Hun mede- „werking moet liefst niet, in elk geval zoo weinig mogelijk „zijn gebonden aan van buiten af gestelde regelen, en de „gemeente zou toch noodzakelijk bij subsidieering regelen „dienen te stellen. „Het werk van ontwikkeling en ontspanning der werk- „loozen heeft onze sympathie, wanneer dit zoo doeltreffend „mogelijk geschiedt. Het is echter naar onze meening niet „hetzelfde of alleen zoo nu en dan 's-avonds een bioscoop- „of andere voorstelling of vergadering wordt bijgewoond, „dan wel er vooral op den dag gelegenheid wordt gegeven, „den te veel vrijen tijd der werkloozen nuttig of in passende „ontspanning door te brengen. Vooral dit laatste heeft voor „de gemeenschap waarde, omdat hierdoor de moreele na- „deelen van het langen tijd ledig rondloopen, voor een „belangrijk deel kunnen worden ondervangen. Het is bekend „dat hieraan in deze gemeente reeds behoorlijk aandacht „wordt geschonken. „Wanneer organisaties die dit nuttig werk ernstig beoefe- „nen zelf een verzoek deden om subsidie en daarbij bleek, „dat inderdaad nuttig werk wordt gepresteerd dat zonder „hulp, ook van de gemeente, niet in stand kan blijven zouden wij subsidieering ernstig in overweging nemen. „Een en ander is echter tot heden nog niet het geval. „Het voorstel van den Heer Haaiman moeten wij, op „grond van het vorenstaande, ontraden." De heer HAALMAN is eenigszins verwonderd over het feit, dat Burgemeester en Wethouders zijn voorstel in tweeën hebben geknipt, zoodat maar over 50% daarvan prae-advies is uitgebracht. Spr. had namelijk ook een voor stel gedaan met betrekking tot het niet-heffen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 543