544 23 JUNI 1931. vermakelijkheidsbelasting van de plaatsen, welke door de bioscoop-directies gratis ter beschikking van de werkloozen worden gesteld. Waarom is daarover geen prae-advies uitgebracht, vraagt Spr. Wat nu dit prae-advies betreft; het College is van meening, dat het werk van ontspanning en ontwikkeling voor werkloozen, door particulieren i. c. de werklieden organisaties behoort te geschieden. Inderdaad, zegt Spr., het organiseeren moet daarvan uitgaan, maar de kosten kunnen niet geheel door die organisaties gedragen worden, daar tenvolge van de groote werkloosheid de werkloozen- kassen toch al zeer zwaar belast zijn. Verder zeggen Burgemeester en Wethouders in hun prae-advies, dat, als de organisaties zelf een verzoek om subsidie deden, zij subsidieering ernstig in overweging zouden nemen. Welnu, zegt Spr. zulks is alreeds geschied, namelijk door den Plaatselijken Raad uit de Moderne Arbeidersbeweging, waarin alle moderne vakorganisaties zijn opgenomen. De inhoud van het prae-advies valt Spr. dan ook erg tegen; hij geeft den Raad in overweging, wel degelijk tot subsidieering over te gaan. De heer VAN DE VEN zou in deze niet het woord gevraagd hebben, ware het niet, dat daaraan een zeer onverkwikkelijke zaak verbonden was geweest. De oorzaak van de groote werkloosheid, welke reeds sedert eenigen tijd heerscht, weet niemand aan te wijzen, zegt Spr. Alleen weet men, dat aan die groote werkloosheid slechte gevolgen verbonden zijn, vooral voor de werkloozen zelf. Gelukkig wordt overal getracht den heerschenden nood zooveel mogelijk te lenigen; ook Breda heeft immer getoond daar toe bereid te zijn. Dit geldt voor het doen van financieele uitkeeringendaarnaast is er nog iets anders, namelijk het euvel, dat men overdag met zijn leegen tijd geen raad weet. Vele Katholieken hebben zich aaneengesloten om dat euvel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 544