546 23 JUNI 1931. heeftdeze verliezen op den duur hun vakkennis. Spr. vindt het daarom zoo betreurenswaardig, dat Burgemeester en Wethouders in deze op hun uitzonderingsstandpunt blijven staanandere gemeentebesturen denken er namelijk anders over. Hier wil men er echter een speciaal Katholieke zaak van maken. Wethouder VAN BUITENEN antwoordt den heer Haaiman, dat het hier niet één voorstel betrofhet waren twee totaal verschillende zakende ééne houdt verband met de verordening op de heffing van de vermakelijkheids belasting, de andere geldt een sociale zaak. De eerste kan zooals Spr. den heer Haaiman trouwens reeds in een particulier onderhoud gezegd heeft ook langs anderen weg tot een oplossing worden gebracht, namelijk door het geven van gratis voorstellingen door bioscoop-exploitanten. De heer MEIJVISDat is practisch niet mogelijk! Wethouder VAN BUITENEN zou niet weten waarom dat niet mogelijk zou zijn; het gebeurt elders ook. Voort gaande, zegt Spr., dat deze tijd de werkloozen-kassen inderdaad zware lasten oplegt, maar deze kassen staan geheel afzonderlijk van de gewone geldmiddelen der vak organisaties en daaruit hebben deze, op een zeer enkele uitzon dering na, tot dusver niets gedaan. Spr. begrij pt echter niet waarom de heeren van de S.D.A.P. zich zoo druk maken Burgemeester en Wethouders staan volstrekt niet afwijzend tegenover het verleenen van een bijdrage zulks blijkt duidelijk uit hun prae- advies maar alleen als de organisaties het zelf vragen en daarbij aantoonen voor de gemeenschap nuttig werk te ver richten. Deze gedragslijn wordt door het Gemeentebestuur steeds gevolgd ten opzichte van subsidieering in dit verband noemt Spr. o.a. de zuigelingenzorg, de tuberculose-bestrijding, het organiseeren van ontspanningsavonden ten behoeve van de deelnemers aan de militaire herhalingsoefeningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 546