548 23 JUNI 1931. ook niet aanvaarden van een zijde, door welke is te kennen gegeven, dat het bij deze verkiezing voor den Raad ging „voor of tegen Christus!" De S.D.A.P. heeft in haar verkiezingsreclame-biljetten slechts feiten naar voren gebracht, welke zij ontleend had aan de officieele notulen van de raadsvergaderingen. Als hetgeen daarin gezegd is, niet waar geweest was, dan zou men van Katholieke zijde niet tot nu toe gewacht hebben om het te logenstraffen. Spr. ontkent ten stelligste, dat men het werk, dat van Katholieke zijde verricht is om de werkloozen bezigheid te verschaffen, gehoond heeftSpr. heeft zelf in een propaganda-vergade- ring gezegd, dat bedoeld werk goed was, maar niet voldoende. Niet alleen de belangen van de Katholieke werkloozen moeten worden behartigd, maar die van alle werkloozen. Overigens is er geen reden om zich zoo te laten voorstaan op de Bredasche steunregelingdeze steekt ongunstig af bij die van Eindhoven, s'-Hertogenbosch en Tilburg. De VOORZITTER verzoekt den heer Haaiman zich tot de zaak zelve te beperkenhet gaat hier thans niet om de steunregeling. De heer HAALMAN merkt nog op, dat de heer Van de Ven de werkloozen, die brood wenschen, naar de Katholieken verwijst en degenen, die met een papieren motie genoegen willen nemen, naar de Socialisten. De uitslag van den verkiezingsstrijd heeft evenwel aangetoond, dat een vierde deel van het Bredasche kiezerscorps daar anders over denkt. Ten slotte geeft Spr. Burgemeester en Wethouders de verzekering, dat zij niet lang op verzoeken van organisaties om subsidieering zullen behoeven te wachten. De heer VAN DE VEN merkt op, dat de heer Van Houten er op gezinspeeld heeft, dat de R.K. Militairen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 548