568 23 JUNI 1931. Het is hem opgevallen, dat er in dit voorstel niet wordt gesproken over een tarief voor schoolbadenSpr. had dan ook gaarne een exploitatie-rekening daarbij zien overgelegd. In aanmerking nemende, dat het badhuis toch is opgericht ten behoeve van de minst-draagkrachtige ingezetenen, vindt Spr. de voorgestelde tarieven wel wat hoog, vooral met het oog op kinderrijke gezinnen. In andere gemeenten, o.a. Hilversum, zijn de tarieven 15 cent voor een stortbad en 25 cent voor een kuipbad en dat is dan nog 2de klasse, want men heeft daar ook nog z.g. goedkoope dagen. Spr. zou daarom de tarieven hier willen zien vastgesteld op 10 cent voor een stortbad en 25 cent voor een kuipbad. Deze wijziging kan de Gemeente op een mindere opbrengst van hoogstens f 950,— per jaar komen staan, maar daar staat tegenover, dat het badhuis dan wel voldoende bezocht zal worden. De heer VAN HOUTEN heeft gezien, dat men voor nemens is den badman voorloopig op arbeidscontract aan te stellen; z.i. verdient zulks voor een gemeente geen aan beveling, vooral niet, als men toch van plan is hem in dienst te houden. Bovendien is het gevaarlijk voor den man, met het oog op een eventueele particuliere exploitatie van het badhuis. Vervolgens verklaart Spr. het voorgestelde salaris, in aan merking nemende dat zoowel de vrouw als de man daarvoor werken moeten, zeer miniem. Indien men tot gemeentelijke exploitatie overgaat, wil Spr. den badman op een behoorlijk loon en niet op arbeidscontract zien aangesteld. De heer SCHRAUWEN beschouwt de voorgestelde regeling slechts als een voorloopige. Hij vindt het daarom beter de werking daarvan eerst eens een half jaar aan te zien. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat de heer Cohen den indruk heeft gewekt, dat de tarieven veel te hoog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 568