23 JUNI 1931.
585
dit voorstel van Burgemeester en Wethouders is geweest
een schrijven van den Directeur-Generaal der Posterijen en
Telegrafie, waarin het Gemeentebestuur werd medegedeeld,
dat door verschillende particulieren aanvragen tot den
Minister waren gericht om machtiging tot het distribueeren
van radio in Breda. De vraag werd gesteld, welk standpunt
het gemeentebestuur in deze innam, mede omdat de
gemeenten zelf als concessionaris steeds de voorkeur krijgen.
Geantwoord is dat een onderzoek zou worden ingesteld.
Het onderzoek, door Burgemeester en Wethouders daarop
ingesteld, heeft geleid tot hetgeen in hun nota is vermeld.
In andere gemeenten heeft men reeds veel eerder radio
distributie ter hand genomen. Dit geschiedde oorspronkelijk
bloksgewijze en met een bovengrondsch net, waardoor men
aansluiting kon verkrijgen met twee stations. De eerste
resultaten zijn niet altijd even bevredigend geweest. Allengs
heeft men de zaak beter en breeder opgezet en de aanslui
ting aan meerdere stations mogelijk gemaakt. Met het uit
breiden van het aantal lijnen, deed zich meer en meer de
behoefte gevoelen het net ondergrondsch te maken en
kwamen de openbare belangen ook meer en meer in het
spel. Dit heeft er in hoofdzaak toe bijgedragen de exploitatie
gemeentelijk te doen zijn.
Om nu echter bij Breda te blijvenbij de laatste telling
waren er 64 aanvragen van particulieren om hier radio
uitzendingen te mogen distribueeren. In totaal zijn er in
Nederland ruim 450 radio-distributiebedrijven met
190.000 aangeslotenen en daarnaast 80.000 bezitters van
een radio-toestel. Het getal 450 zal meer tot U spreken,
als ik daarbij vertel, dat in ons land in 212 plaatsen gas en
in 512 plaatsen electriciteit wordt gedistribueerd. Er zijn
slechts weinig plaatsen in ons land, waar nog geen radio
distributie is. Breda is dus niet een van de eerstenhet
heeft de resultaten in andere gemeenten afgewacht en zal
zich de ervaringen, die elders zijn opgedaan ten nutte