590
23 JUNI 1931.
RONDVRAAG
1. De heer ELICH vraagt, waarom het prae-advies op
zijn motie in zake nakeuring van bioscoopfilms niet op deze
agenda voorkomt.
De VOORZITTER deelt mede, dat het Hoofdbestuur
van den Ned. Bioscoopbond het op prijs stelde een onder
houd over deze aangelegenheid met Burgemeester en Wet
houders te hebben. Dit onderhoud heeft nog niet plaats
gehad. Burgemeester en Wethouders willen de zaak gaarne
bespoedigen, opdat zij in een der eerstvolgende vergaderin
gen kan worden behandeld.
De heer ELICH was van meening, dat de behandeling
van bedoeld prae-advies in de vorige vergadering enkel en
alleen op verzoek van den heer Haaiman was aangehou
den, omdat deze zijn standpunt toen nog niet kon bepalen.
Spr. wist niet beter dan dat met de bioscoophouders tot
overeenstemming was gekomen.
De VOORZITTER antwoordt, dat men het inderdaad
ook met de heeren bioscoophouders eens was geworden
zij gingen er mede accoord zich aan het toezicht van de
Katholieke Film-Centrale te onderwerpen, doch in het hun
voorgelegde voorstel was nog geen aandacht besteed aan
de leeftijdsbeperking tot 16 jaar. Daartegen had men ach
teraf bezwaar en dit heeft aanleiding gegeven tot het
aanvragen van een onderhoud, hetwelk nog niet heeft
plaats gehad.
De heer E1 i c h vindt, dat de zaak toch wel wat te lang
slepende wordt gehouden.