23 JUNI 1931. 591 De VOORZITTER belooft zijnerzijds spoed te zullen betrachten. 2. De heer CERUTTI herinnert aan het bij de behan deling van de gemeente-begrooting voor 1931 door den heer Z ij 1 m a n s gedane voorstel tot verhooging van de wedde van den directeur der Beplantingen. Spr. dringt aan op het spoedig uitbrengen van prae-advies over dit voorstel, opdat de Raad het nog in zijn huidige samenstelling kan behandelen. De VOORZITTER wil wel trachten aan dit verzoek tegemoet te komen. 3. De heer CERUTTI zou langs dezen weg dengenen, die in de verkiezingsdagen de openbare straat met hun leuzen beklad hebben, met name de R.K. Staatspartij en de S.D.A.P., willen verzoeken, de nog aanwezige sporen daar van te verwijderen. De heer MEIJVIS brengt, naar aanleiding van de opmer king van den heer Cerutti, in herinnering, dat hij bij de behandeling van de begrooting voor dit jaar tevergeefs heeft aangedrongen op beschikbaarstelling van borden, waarop de verschillende politieke partijen hun verkiezingsreclames zouden kunnen plakken, ter voorkoming van het ontsieren van de openbare straat en van particuliere eigendommen. Vervolgens merkt Spr. op, dat in andere stéden werkloozen aan het werk zijn gezet om de verkiezingreclames weg te ruimen. De VOORZITTER deelt mede, dat het aanvankelijk in zijn voornemen lag om het z.g. straatschilderen tegen te gaan, doch om het beschadigen van particuliere eigendom-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 591