b. dat de te bouwen garage nimmer geheel of gedeel telijk als woning worde ingericht of gebruikt d. dat, ter voldoening aan art. 5 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens art. 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worden aangeboden 610 29 JULI 1931. Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat het hier een hoekperceel betreft. In zoo'n geval dient men wat soepeler te zijn dan anders, ten einde belanghebbenden niet in moeilijkheden te brengen. Als de Gezondheidscommissie en de Dienst van Openbare Werken gunstig kunnen adviseeren, gaat men veilig, wanneer men deze adviezen opvolgt. Daarop wordt besloten adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder de navolgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel c. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht e. dat, wanneer binnen negen maanden na de dagtee- kening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-voldoen aan één dezer voorwaarden de verleende ontheffing vervalt. De heer VAN VEEN verzoekt aanteekening in de notulen, dat hij tegen het verleenen van deze ontheffing is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 610